Humor is overwonnen droefheid

Website in ontwikkeling !

eithward@gmail.com

06 1248 7475

Malle managementmethoden en -modellen

 Malle managementmethoden in het onderwijs

De demotie van docent naar coach …

Ik kan me het moment nog goed herinneren.  De beleidsnota’s, de vergaderingen, de cursussen waarin ons door managers en onderwijskundigen werd verteld welke kant het op moest. En er is één woord dat voor mij kenmerkend is voor die periode. Dat is het woord ‘docent-onafhankelijk’ onderwijs. Daar moest het naar toe. Jij - als docent - was ineens een stoorfactor geworden, want niet elke docent in jouw vak vertelde hetzelfde verhaal, deed dezelfde oefeningen en deelde dezelfde syllabi uit. Dat was niet goed! Elke docent diende bij elke lesgroep exact hetzelfde te doen. Geen variatie, geen eigen inbreng, onderwijs was immers een ‘onderwijsproduct’ en dus dienden de lessen van docent A over onderwerp X exact hetzelfde te zijn als die van docent B en C over dat onderwerp. Een eigen mening hebben, als docent met een academische opleiding  over een bepaald onderwerp, zeg bijvoorbeeld ‘Wat is de beste manier van leidinggeven?’ Kan niet! Mag niet. Moet niet. Moet geëlimineerd worden! Alle koppen in dezelfde richting ….!

Wordt jij binnenkort ook flexgeplekt?

Lees dan hier het flexplekidioom dat je nodig hebt om snel ervaringen uit te kunnen wisselen.

Bovendien werd in die tijd het concept van het competentiegerichte onderwijs ‘doorgevoerd’. Kennis, theorie en inzicht werden als overbodige ballast beschouwd. Beseft u eigenlijk wel, manager, of onderwijskundige wat u zei en welk effect dat heeft gehad op uw docenten? Competentiegericht, docent-onafhankelijk onderwijs als ideaal. Wilt u ook een verkoper-onafhankelijke verkoper in een kledingzaak? Verkopers die u allemaal op exact hetzelfde manier te woord staan? Een arts-onafhankelijke diagnose en -behandeling? Een architect-onafhankelijk bouwplan voor uw woning? Een kapper-onafhankelijke kapper?

Herman Finkers heeft een mooie sketch geschreven over wat er dan kan gebeuren. Het begin ervan geeft al meteen aan wat er dan fout gaat. De verkoper heeft zojuist in een verkoopcursus geleerd dat je altijd moet beginnen met de vraag: “Goedemorgen dan wel  -middag. Waarmee kan ik u van dienst zijn?” De volgende dag komt er een klant binnen die vraagt: “Verkoopt u ook kussentjes?” En dus zegt hij braaf: “Waarmee kan ik u van dienst zijn?” Waarna de klant met enige stemverheffing zegt: “Bent u doof? Verkoopt u ook KUSSENTJES!” De verkoper antwoordt dan als mens: “Nou we hebben ze wel, maar we verkopen ze niet”. En als de klant dan verbaasd vraagt: “En waarom verkopen jullie ze dan niet?”, zegt de verkoper: “Nou bij de HEMA aan de overkant zijn ze veel goedkoper”.

Ik zal u vertellen wat het effect was van deze nieuwe ideeën op de groep docenten. Je krijgt als docent dan te horen dat jij als persoon er niet meer toe doet. Al je persoonlijke kennis en ervaring zijn niets meer waard, want “alles is tegenwoordig voor studenten op het internet te vinden!”. Je bent overbodig, een hinderpaal, een sta-in-weg en vooral: te duur. Voor docent-onafhankelijk onderwijs heb je geen academici nodig, dat gaat ook prima met iemand met een MBO-opleiding, want het enige dat je nog moet doen als ‘docent’ is een beetje coachen en dat is niet zo heel moeilijk. En dus gingen ze, de academici. Wie weg kon komen, verdween naar andere HBO-instellingen, de universiteit, adviesbureaus, of begon een eigen advies- of trainingsbureau.

In de brochure van de betreffende HBO-opleiding konden we in die tijd lezen dat één van de doelstellingen was om ‘een top-instituut’ te worden. Dat klopte - op een bepaalde manier - ook wel: het werd een opleiding met een zware top aan managers, onderwijskundigen, managementondersteuners en -assistentes…..  Door fusies en schaalvergroting was het aantal managementlagen inmiddels gestegen van 2 naar 7.

En er kwamen coaches. Het echte onderwijs over leidinggeven, management en aanverwante onderwerpen werd inmiddels in feite uitbesteed aan externe bureaus. Hoe die het volstrekt voorgeprogrammeerde en gestandaardiseerde competentiegerichte onderwijsprogramma invulden was hun zaak. En dat deden de meesten ook professioneel: niet standaardmatig, goed afgestemd op de cursusgroepen, met inbreng van eigen ideeën en ervaringen, eigen meningen en eigen lesmateriaal. Dat kostte een paar tonnen (?) meer dan de voormalige eigen docenten per dagdeel kostten, maar de doelstelling was gehaald: er was nu competentiegericht onderwijs en de dure mr.- en drs.-docenten (overheidsschaal 11 en 12) waren vervangen door veel goedkopere ‘coaches’.

En opeens was er geld voor een megalomaan bouwproject waarbij het binnenplein van het oude hoofdgebouw volledig werd overkoepeld en gerenoveerd. Daarnaast kwam er een nieuw onderwijsgebouw met: jawel geen eigen kantoor-plekken meer, maar flexplekken! Als voorschot op die ontwikkeling werden de docenten verplaatst naar een voormalige magazijnruimte, ergens achterin het gebouw om vast te ervaren was het was, zo’n flexplekruimte. Dat zag er wel even heel anders uit dan de mooie fleksplekinrichting die ze ons hadden laten zien op een andere hogeschool met een soort huiskamertje + zitbanken + koffieautomaat, een werkgedeelte waar je niet mocht telefoneren en praten, een deel waar dat wel mocht en zelfs cabines voor persoonlijke gesprekken met een van je studenten…..
De (voormalige) docentengang werd vervolgens helemaal opgeknapt en voorzien van spiksplinternieuw meubilair. En hoe het de docenten daar verder verging in dat magazijn? Dat leest u ergens anders op deze site.  

O ja, een klein, maar wel saillant detail: dit flexplekproject had officieel als naam “Inspirerend samenwerken”…………
In dit soort managementculturen is de vlag belangrijker dan de lading, het etiket dat op de doos geplakt is belangrijker dan de werkelijkheid in de doos, het woord belangrijker dan de daad, het cijfer belangrijker dan de werkelijkheid achter dat cijfer…..