Humor is overwonnen droefheid
Website in ontwikkeling !
eithward@gmail.com
06 1248 7475
Waar de onzin vooral vandaan komt
Nog te vaak probeert men in het universum van de levende en zich ontwikkelende systemen (de wereld van mensen, menselijke organisaties en maatschappijen) op dezelfde manier te meten als in het universum van de materie (de wereld van de materiële, dode en niet veranderende dingen).
Onderzoek in die wereld gaat uit van het axioma dat uitspraken over die wereld pas “waar” zijn, als de waarnemingen op basis waarvan de uitspraak gedaan wordt op een “objectieve” manier tot stand gekomen zijn (d.w.z. gemeten zijn met een meetinstrument dat niet beïnvloed wordt door degene die meet) en door wie, of waar dan ook ter wereld herhaalbaar zijn en dan dezelfde resultaten opleveren.
Ofwel, als je een spoorrails van 10 meter van 10 tot 50 graden Celsius verhit, wordt dat ding onafhankelijk van de vraag waar ter wereld je dat doet, wie dat ook doet en wanneer, steeds hetzelfde aantal millimeters langer. En dus is het een wetenschappelijke “waarheid” dat een stuk ijzer van 10 meter lang dat je verhit van 10 tot 50 graden Celsius x millimeter langer wordt.
De menselijke wereld van mensen, organisaties en maatschappijen is echter een universum dat principieel verschilt van het materiële universum. Op de eerste plaats vind je in dat universum zelden volstrekt identieke eenheden. De ene wijk is de andere wijk niet en de ene wijkagent is niet volstrekt identiek aan de andere. Spoorrails, gloeilampen en atomen zijn dat (bijna) wel en omdat wijken en wijkagenten niet gelijk zijn zit je dus so wie so paarden met kippen en olifanten te vergelijken.
Een tweede elementair verschil met de natuurwetenschappelijke manier van onderzoek doen is dat je het daar zo kunt regelen dat er slechts één variabele tegelijkertijd verandert. Je verandert dan bijvoorbeeld alleen de temperatuur van de spoorrails en je zorgt ervoor dat verder alle andere factoren (zoals de dikte, de vorm en de samenstelling van het ijzer) constant blijven. Alleen dan kun je met een gerust hart zeggen dat de gemeten verandering van de lengte maar door één factor veroorzaakt kan zijn, namelijk die factor waarmee je aan het experimenteren bent gegaan en dus is het “waar” dat toename van de temperatuur de enige en echte oorzaak is van het langer worden van de spoorrails. Bij mensen, organisaties en maatschappijen is dat niet te doen. Je kunt mensen niet in een laboratorium opsluiten en zelfs als je dat doet krijg je het nog niet voor elkaar dat alle condities verder exact gelijk blijven, want mensen veranderen constant en alleen al het feit dat je een vragenlijst invult, heeft invloed op je mening over dat onderwerp. En dan hebben we het nog maar even niet over mondelinge en telefonische enquêtes en de invloed van de persoon die je de vragen stelt. Het meetinstrument en degene die meet beïnvloeden in het menselijke universum dus altijd de meting.
Zo zijn er nog wel een aantal punten te noemen waarin het tweede universum principieel verschilt van het tweede. De conclusie daarbij is dat we in het tweede universum dus ook niet moeten proberen om met de principes, methoden, technieken en instrumenten uit het natuurwetenschappelijk universum te meten, want dat kan helemaal niet!
Toch gebeurt dat voortdurend, omdat natuurwetenschappelijke meetmethoden zo sterk de schijn van objectiviteit hebben en omdat veel mensen “subjectieve” meetmethodes bij voorbaat verwerpen. Maar “subjectiviteit” is één van de fundamentele kenmerken van ons universum. Mensen zijn geen dingen en kunnen en moeten niet als dingen behandeld en gemeten worden.
Een voorbeeld uit Politieland. Een aantal goede gesprekken met een wijkbewoner over de vraag hoe veilig hij zich voelt, wat de problemen in de wijk zijn en wat de politie daaraan volgens hem moet doen, c.q. gedaan heeft, levert meer zinvolle informatie op als een oppervlakkig, gestandaardiseerd vragenlijstje dat aan de deur wordt ingevuld door een werkstudent die als bijbaan enquêtes afneemt. Dikke rapporten met dit soort non-informatie hebben we genoeg. Die kosten alleen maar tijd, bomen en inkt en leveren weinig op.