Humor is overwonnen droefheid

Website in ontwikkeling !

eithward@gmail.com

06 1248 7475

Malle managementmethoden en -modellen Sprookjes voor managers - De legende van de mieren

Er was eens een mierenkolonie die zich toelegde op wat des miers is, niets meer en niets minder. Ze dachten niet aan het verleden en droomden ook niet over de toekomst. Ze voerden geen ideologische oorlogen met andere mierenkolonies en er waren ook geen onderlinge conflicten. Er waren geen discussies of debatten over individuele taken. Iedereen had zijn eigen positie en verantwoordelijkheid en iedereen kende zijn plaats. Alles verliep zoals het hoort in een mierenmaatschapij. Niets meer en niets minder.


Op een dag ontdekte een groepje verkenners op enige afstand van de thuiskolonie een picnictafel boordevol heerlijke spijzen. Toen de verkenners bij hun terugkomst rapport uitbrachten over deze fantastische vondst, konden de mieren in de kolonie dit verhaal nauwelijks geloven. Sommige mieren maakten de verkenners uit voor fantasten en dwazen, maar er waren ook mieren die het wel geloofden. Er werd zoveel gediscussieerd over deze vondst en de mieren wonden zich daarbij zo op dat de leiders bang werden dat er onlusten uit zouden uitbreken. Om de natuurlijke rust in de gemeenschap te herstellen kondigden de leiders aan dat zijzelf plus een aantal wijze mieren uit de kolonie dit ongelofelijke verhaal persoonlijk zouden gaan onderzoeken. In afwachting van de terugkeer van de leiders en wijzen verliep alles in de mierenkolonie weer betrekkelijk normaal.


Op het moment dat de leiders en de wijze mieren bij de picnictafel arriveerden, vielen ze achterover van verbazing. Het was werkelijk ongelofelijk. Op de picnictafel stond inderdaad meer voedsel dan zij in hun hele mierenleven ooit bij elkaar gezien en de kwaliteit en verscheidenheid aan etenswaren overtrof al hun mierenkennis en -ervaring. Het was bijna een "mystieke" ontdekking.

Eerst waren ze zeer verheugd dat het verhaal van de verkenners op waarheid bleek te berusten, maar al snel begonnen de wijze leiders zich zorgen te maken over de problemen die er in de kolonie mogelijk zouden kunnen ontstaan door de plotselinge confrontatie met deze onverwacht grote en rijke vondst. Ze trokken zich terug onder de schaduw van een nabije boom om na te denken.


Onder de boom kreeg één van de wijzen een - voor een mier - nogal ongebruikelijk idee. Om de kolonie op de schok van deze ontdekking voor te bereiden en de mogelijkheid van het ontstaan van relletjes en chaos tot een minimum te beperken, stelde hij voor om een "plattegrond" van de picnictafel te maken en deze aan de kolonie voor te leggen alvorens de mieren toe te staan om het gebied persoonlijk te bezoeken. Na veel heen en weer gepraat en nadat de wijze mier zorgvuldig had uiteengezet hoe zo'n "plattegrond" eruit zou kunnen zien, besloten ze dat dit inderdaad toch de beste aanpak was. Omdat ze wat tijd nodig hadden voor het maken van zo'n plattegrond, werd één van de mieren naar de kolonie teruggestuurd om te melden dat ze nog een paar dagen weg zouden blijven, maar hij mocht al wel vertellen dat ze bij hun terugkeer heel goed nieuws mee zouden brengen.


Vervolgens begon de wijze mier aan de grootse taak om uit het niets een "plattegrond" te schetsen. Hij moest daartoe eerst uitzoeken hoe hij concreet vorm zou kunnen geven aan het abstracte idee van een "plattegrond". Hij bedacht toen dat hij eerst een geschreven mierentaal zou moeten ontwerpen. Daarna moest hij uitvinden hoe je dat op papier moest zetten en een ding ontwerpen waarmee je zou kunnen schrijven. Al met al een formidabele onderneming en het was bijna ongelofelijk om te zien hoe één bescheiden mier in een paar dagen tijd iets voor elkaar wist te krijgen waar de mens duizenden jaar over gedaan had.  

Maar als de nood aan de man komt, kom je met de vaste wil om te slagen een heel eind en na een paar dagen was de taak volbracht. Op een papieren servetje hadden ze toen op aanwijzing van de wijze mier een nauwkeurige plattegrond van de reusachtige picnictafel gemaakt, compleet met minutieuze afbeeldingen en zelfbedachte woorden voor alle lekkernijen die ze aantroffen.

De plattegrond was een waar kunstwerk: prachtig getekend, nauwkeurig op schaal en zonder twijfel een mierenmeesterwerk, een mijlpaal in de Geschiedenis van de Mier.


De plattegrond werd vervolgens voorzichtig naar de kolonie getransporteerd. Toen ze er bijna waren, werden ze opgemerkt door een schildwacht. Deze holde naar de kolonie om te berichten dat ze in aantocht waren en in afwachting van de komst van de leiders met hun bevindingen gonsde de kolonie van opwinding.

Nadat de leiders de bevolking hadden gekalmeerd, schaarden ze zich allen rond de plattegrond op het servetje en de wijze mier legde vervolgens uit wat het allemaal betekende.

Allereerst verklaarde hij de geschreven taal die hij had ontworpen. Vervolgens omschreef hij wat nou precies een plattegrond op schaal was en daarna gaf hij voor kleine groepjes mieren rondleidingen over de plattegrond, waarbij hij zich geweldig inspande om elk detail aan de mieren uit te leggen.


Nadat alle mieren een rondleiding hadden gehad over de kaart en de uiteenzetting van de wijze mier hadden aangehoord, waren de leiders nog steeds overtuigd van de juistheid van hun besluit. Toen de nacht viel waren ze daar echter niet zo zeker meer van, want tijdens een rondgang door de kolonie merkten de ze namelijk dat er een enorme opwinding onder de mieren heerste. De mieren dachten er niet aan om te gaan slapen, maar stonden in kleine, of grote groepen heftig te discussiëren. Tot grote verbazing van de leiders gingen die discussies echter niet over de wonderbaarlijke vondst, maar alleen over de plattegrond!


De leiders en de wijze mier bespraken deze onverwachte wending en nadat ze de hele nacht over het probleem hadden nagedacht, riepen ze de volgende morgen de kolonie bijeen om nog eens uit te leggen wat de plattegrond nou precies voorstelde. De mieren hadden echter totaal geen belangstelling voor al het voedsel dat met behulp van de kaart in beeld was gebracht, maar stelden alleen maar vragen over de kaart zelf.

Volkomen verbouwereerd trokken de leiders zich nogmaals terug om de zaak te overwegen en na enige tijd kwam de wijze mier met een nieuw plan. Hij redeneerde daarbij als volgt: "Als we nou eens een nieuwe, grotere plattegrond maken op een schaal die meer overeenkomt met de echte picnictafel met nog meer details, dan zal de kolonie zich de enorme betekenis van dit alles wel realiseren en dan zullen ze wel naar de echte picnictafel gaan."

En dus zonderden de leiders zich af en gingen weer aan het werk. Ze vouwden het oorspronkelijke servetje open, zodat ze een nieuwe kaart konden tekenen die vier keer zo groot was en vier keer zoveel details gaf als de vorige. Ze werkten er dag en nacht aan en het werd opnieuw een waar meesterwerk.


Toen ze de nieuwe kaart aan de kolonie lieten zien, werden de mieren nog opgewondener dan eerst. Ze renden allemaal opgewonden kriskras door elkaar. Wat een schouwspel was dat! Duizenden mieren die kriskras door elkaar liepen en dan weer eens hier en dan weer eens daar stilstonden. Zo kon je bijvoorbeeld zien hoe mieren een tekening met de aanduiding "chocoladecake" even aandachtig bekeken, zich dromerig afvroegen wat voor verrukkelijks dat wel niet zou zijn en dan weer onrustig doorliepen naar een plaats die aangeduid was met de tekst "aardappelsalade" waar ze weer even stil stonden. "Hmm, aardappelsalade, dat klinkt wel lekker, maar wat zou dat nou toch zijn?" hoorde je ze dan zeggen.

Terwijl ze al duwend over de kaart dwaalden, ontstonden er telkens weer enorme discussies over de mogelijke aard en smaak van al deze mysterieuze "cakes" en "salades". Het was net de Huishoudbeurs: rennen en kijken, kijken en praten, praten en rennen...


De leiders waren verbijsterd, want de kolonie veronachtzaamde totaal haar dagelijkse plichten en verantwoordelijkheden. In plaats van een hulpmiddel bij de verovering van de picnictafel, bleek de plattegrond een doel op zich geworden te zijn.


In een laatste, wanhopige poging overreedde de wijze mier de leiders om nog een paar servetjes van de picnictafel te laten halen. Toen die gehaald waren, plakte hij ze aan elkaar en maakte er een reusachtige plattegrond van die even groot was als de picnictafel zelf. Dit was een ultiem meesterwerk: schaal 1 op 1, levensgroot, in natuurlijke kleuren en met een perfecte detaillering.


Toen deze plattegrond onthuld werd, stond de kolonie helemaal op zijn kop. De mieren waren zo weg van deze kolossale reproductie van de echte tafel dat ze met geen mogelijkheid meer van de plattegrond af te krijgen waren om hun gewone dagelijkse plichten, zoals bijvoorbeeld de voedselvoorziening en het bouwen aan de mierenhoop, te vervullen. Ze adopteerden als het ware de plattegrond op het servet als hun nieuwe woonplaats. Ze leefden, sliepen, bedreven de liefde en stierven op de plattegrond.


Er ontstonden ook verhalen en legenden over bepaalde gebieden en aspecten van de kaart en er groeiden mythen rond bepaalde afbeeldingen die men niet goed begreep. Er kwamen ook mieren die zich een reputatie wisten te verwerven door hun kennis over één of meer gebieden van de kaart. Zo kreeg je bijvoorbeeld "chocoladecake-experts", aardappel-gidsen", "peterseliegoeroes" en "hogepriesters van de leverpastei". Sommige deskundigen richtten zelfs scholen en academies op waar ze andere mieren opleidden in deze "wetenschappen".


Langzaam maar zeker nam in de kolonie de chaos toe. Omdat ze boven op elkaar leefden op een veel te kleine oppervlakte, werden ze ruziezoekerig en ontevreden. Sommigen mieren werden zelfs openlijk vijandig, of depressief.

Er ontstonden allerlei ruzies en vechtpartijen over niet-materiële belangen, met name over verschillende meningen, opvattingen en interpretaties van de kaart. De conflicten daarover liepen soms zo hoog op dat er ware gevechten op leven en dood ontstonden.


De situatie liep helemaal uit de hand toen de kolonie zonder voedsel kwam te zitten, omdat de mieren hun natuurlijke mierenverantwoordelijkheden steeds meer verwaarloosden. Ze probeerden toen wel om stukken van de kaart op te eten, maar die waren weinig voedzaam en veroorzaakten zelfs fysieke en psychologische stoornissen. Zo kwam het uiteindelijk zo ver dat ze elkaar begonnen op te vreten.


Een aantal leiders en wijze mieren konden er niet langer tegen. Ze besloten met tegenzin om de kolonie aan zijn lot over te laten. Met al hun kennis vertrokken ze naar de echte picnictafel, waar ze in vrede hun maag vulden en zich ondertussen vertwijfeld afvroegen hoe het nou toch mogelijk was dat er zo'n puinhoop kon ontstaan en hoe de waanzin zo welig kon tieren....


Motto: De kaart is niet het landschap. (Beleids)plannen kun je niet eten.  


Naar een passage uit het boek: ‘Dialogen met Gurdjieff’ van J. Cox.